Book Chapter: Verse
1 1Sa 20:36 | heen, en hij schoot een pijl, dien hij deed over hem
2 1Sa 20:37 | na, en zeide: Is niet de pijl van u af en verder? ~
3 1Sa 20:38 | van Jonathan nu raapte den pijl op, en hij kwam tot zijn
4 2Kon 9:24| tussen zijn armen, dat de pijl door zijn hart uitging;
5 2Kon 14:17| En hij zeide: Het is een pijl der verlossing des HEEREN,
6 2Kon 14:17| verlossing des HEEREN, en een pijl der verlossing tegen de
7 2Kon 21:32| niet komen, noch daar een pijl inschieten; ook zal hij
8 Job 34:6 | liegen in mijn recht; mijn pijl is smartelijk zonder overtreding. ~
9 Job 40:19 | 19 De pijl zal hem niet doen vlieden,
10 Psa 64:4 | woord aanleggen als hun pijl; ~
11 Psa 64:8 | zal hen haastig met een pijl schieten; hun plagen zijn
12 Psa 91:5 | schrik des nachts, voor den pijl, die des daags vliegt; ~
13 Spre 7:23| 23 Totdat hem de pijl zijn lever doorsneed; gelijk
14 Spre 25:18| hamer, en zwaard, en scherpe pijl. ~
15 Jes 37:33 | niet komen, noch daar een pijl inschieten; ook zal hij
16 Jes 49:2 | heeft Mij tot een zuiveren pijl gesteld, in Zijn pijlkoker
17 Klaa 1:56| gespannen, en Hij heeft mij den pijl als ten doel gesteld. ~
18 Heb 12:20 | zal gestenigd of met een pijl doorschoten worden. ~
|