Book Chapter: Verse
1 Psa 37:12 | 12 De voet der hovaardigen kome niet over mij, en de
2 Psa 41:5 | en niet omziet naar de hovaardigen, en die tot leugen afwijken. ~
3 Psa 86:14 | 14 O God! de hovaardigen staan tegen mij op, en de
4 Psa 94:2 | vergelding weder over de hovaardigen. ~
5 Psa 119:21 | Gij scheldt de vervloekte hovaardigen, die van Uw geboden afdwalen. ~
6 Psa 119:51 | 51 De hovaardigen hebben mij boven mate zeer
7 Psa 119:69 | 69 De hovaardigen hebben leugens tegen mij
8 Psa 119:78 | 78 Laat de hovaardigen beschaamd worden, omdat
9 Psa 119:85 | 85 De hovaardigen hebben mij putten gegraven,
10 Psa 119:122| knecht ten goede; laat de hovaardigen mij niet onderdrukken. ~
11 Psa 123:4 | weelderigen, der verachting der hovaardigen. ~ ~ ~
12 Psa 140:6 | 6 De hovaardigen hebben mij een strik verborgen,
13 Spre 15:25| 25 Het huis der hovaardigen zal de HEERE afrukken; maar
14 Spre 16:19| dan roof te delen met de hovaardigen. ~
15 Jes 5:15 | vernederd worden, en de ogen der hovaardigen zullen vernederd worden. ~
16 Rom 1:30 | achterklappers, haters Gods, smaders, hovaardigen, laatdunkenden, vinders
17 Jako 4:6 | Schrift: God wederstaat de hovaardigen, maar den nederigen geeft
18 1Pet 5:5 | want God wederstaat de hovaardigen, maar de nederigen geeft
|