Book Chapter: Verse
1 Lev 2:2 | welke daarvan zijn hand vol grijpen zal uit deszelfs meelbloem,
2 Lev 5:12 | der gedachtenis deszelven, grijpen, en dat aansteken op het
3 Num 5:26 | gedenkoffer, een handvol grijpen, en zal het op het altaar
4 Deu 21:19 | vader en zijn moeder hem grijpen, en zij zullen hem uitbrengen
5 1Sa 23:26 | en zijn mannen, om die te grijpen. ~
6 2Kon 7:12| dan zullen wij hen levend grijpen, en wij zullen in de stad
7 Job 30:16 | uit; de dagen des druks grijpen mij aan. ~
8 Psa 137:9 | zijn, die uw kinderkens grijpen, en aan de steenrots verpletteren
9 Hoo 7:8 | klimmen, ik zal zijn takken grijpen; zo zullen dan uw borsten
10 Jes 42:6 | en Ik zal u bij uw hand grijpen; en Ik zal u behoeden, en
11 Dan 11:32 | hun God kennen, zullen zij grijpen, en zullen het doen. ~
12 Zac 8:23 | allerlei tongen der heidenen, grijpen zullen, ja, de slip grijpen
13 Zac 8:23 | grijpen zullen, ja, de slip grijpen zullen van een Joodsen
14 Joha 7:30| 30 Zij zochten Hem dan te grijpen; maar niemand sloeg de hand
15 Joha 7:32| dienaren, opdat zij Hem grijpen zouden. ~
16 Joha 7:44| sommigen van hen wilden Hem grijpen; maar niemand sloeg de handen
17 Joha 10:39| zochten dan wederom Hem te grijpen, en Hij ontging uit hun
18 Fili 3:12| jaag er naar, of ik het ook grijpen mocht, waartoe ik van Christus
|