Book Chapter: Verse
1 Deu 33:13 | van den dauw, en van de diepte, die beneden is liggende; ~
2 Job 40:22 | 22 Hij doet de diepte zieden gelijk een pot; hij
3 Psa 69:16 | overstromen, en laat de diepte mij niet verslinden; en
4 Psa 107:24 | Zijn wonderwerken in de diepte. ~
5 Spre 25:3 | hoogte des hemels, en aan de diepte der aarde, en aan het hart
6 Jes 7:11 | uw God; eis beneden in de diepte, of eis boven uit de hoogte. ~
7 Jes 44:27 | 27 Die tot de diepte zegt: Verdroog, en uw rivieren
8 Eze 27:34 | zeeen verbroken zijt in de diepte der wateren, zijn uw onderlinge
9 Jona 2:3 | hadt mij geworpen in de diepte, in het hart der zeeen,
10 Zac 1:8 | tussen de mirten, die in de diepte waren; en achter Hem waren
11 Matt 13:5 | terstond op, omdat het geen diepte van aarde had. ~
12 Matt 18:6 | hij verzonken ware in de diepte der zee. ~
13 Mark 4:5 | terstond op, omdat het geen diepte van aarde had. ~
14 Luk 5:4 | Simon: Steek af naar de diepte, en werp uw netten uit om
15 Rom 8:39 | 39 Noch hoogte, noch diepte, noch enig ander schepsel
16 Rom 11:33 | 33 O diepte des rijkdoms, beide der
17 2Kor 11:25| nacht en dag heb ik in de diepte doorgebracht. ~
18 Efez 3:18| de breedte, en lengte, en diepte, en hoogte zij, ~
|