Book Chapter: Verse
1 Gen 46:17 | toch de overtreding der dienaren van den God uws vaders!
2 Num 22:18 | Bileam, en zeide tot de dienaren van Balak: Wanneer Balak
3 1Kon 10:5 | knechten, en het staan zijner dienaren, en hun kledingen, en zijn
4 2Kon 10:19| profeten van Baal, al zijn dienaren, en al zijn priesteren tot
5 2Kon 10:19| listigheid, opdat hij de dienaren van Baal ombracht. ~
6 2Kon 10:22| klederhuis was: Breng voor alle dienaren van Baal de kleding uit.
7 2Kon 10:23| Baal; en hij zeide tot de dienaren van Baal: Onderzoekt, en
8 2Kon 10:23| bij u niemand zij van de dienaren van Baal alleen. ~
9 2Kro 10:4 | knechten, en het staan zijner dienaren, en hun kledingen, en zijn
10 Jes 62:6 | HEEREN heten, men zal u dienaren onzes Gods noemen; gij zult
11 Jer 33:21 | Levieten, de priesteren, Mijn dienaren. ~
12 Matt 26:58| binnengegaan zijnde, zat hij bij de dienaren, om het einde te zien. ~
13 Mark 14:54| was mede zittende met de dienaren, en zich warmende bij het
14 Joha 2:9 | waar de wijn was; maar de dienaren, die het water geschept
15 Joha 7:32| de overpriesters zonden dienaren, opdat zij Hem grijpen zouden. ~
16 Joha 18:22| dit zeide, gaf een van de dienaren, die daarbij stond, Jezus
17 Joha 18:36| wereld ware, zo zouden Mijn dienaren gestreden hebben, opdat
18 Open 19:2 | en Hij het bloed Zijner dienaren van haar hand gewroken heeft. ~
|