Book Chapter: Verse
1 Gen 23:73 | 6 Maar aan de zonen der bijwijven, die Abraham had, gaf Abraham
2 2Sa 5:13 | 13 En David nam meer bijwijven, en vrouwen van Jeruzalem,
3 2Sa 15:16 | doch de koning liet tien bijwijven, om het huis te bewaren. ~
4 2Sa 16:21 | tot Absalom: Ga in tot de bijwijven uws vaders, die hij gelaten
5 2Sa 16:22 | en Absalom ging in tot de bijwijven zijns vaders, voor de ogen
6 2Sa 19:5 | vrouwen, en de ziel uwer bijwijven heden hebben bevrijd; ~
7 2Sa 20:3 | koning de tien vrouwen, zijn bijwijven, die hij gelaten had, om
8 1Kon 11:3 | vorstinnen, en driehonderd bijwijven; en zijn vrouwen neigden
9 1Kro 3:9 | behalve de kinderen der bijwijven, en Thamar hun zuster. ~
10 2Kro 12:21| al zijn vrouwen en zijn bijwijven; want hij had achttien vrouwen
11 2Kro 12:21| vrouwen genomen, en zestig bijwijven; en hij gewon acht en twintig
12 Est 6:3 | des konings, bewaarder der bijwijven, zij kwam niet weder tot
13 Hoo 6:8 | zestig koninginnen en tachtig bijwijven, en maagden zonder getal. ~
14 Hoo 6:9 | roemen, de koninginnen en de bijwijven; en zij zullen haar prijzen. ~
15 Eze 23:20 | verliefd meer dan derzelver bijwijven, welker vlees is als het
16 Dan 5:2 | geweldigen, zijn vrouwen en zijn bijwijven uit dezelve dronken. ~
17 Dan 5:3 | zijn vrouwen, en zijn bijwijven dronken daaruit. ~
18 Dan 5:23 | geweldigen, uw vrouwen, en uw bijwijven hebben wijn uit dezelve
|