Book Chapter: Verse

 1 Gen   1:2 |      en duisternis was op den afgrond; en de Geest Gods zweefde
 2 Job  28:14|                         14 De afgrond zegt: Zij is in mij niet;
 3 Job  37:30|    wateren, en het vlakke des afgrond wordt omvat. ~
 4 Job  40:23|      hij het pad; men zou den afgrond voor grijzigheid houden. ~
 5 Psa  37:7 |       oordelen zijn een grote afgrond; HEERE! Gij behoudt mensen
 6 Psa  42:22|                          8 De afgrond roept tot den afgrond, bij
 7 Psa  42:22|      De afgrond roept tot den afgrond, bij het gedruis Uwer watergoten;
 8 Psa 104:6 |         6 Gij hadt ze met den afgrond als een kleed overdekt;
 9 Eze  26:19|    bewoond worden; als Ik een afgrond over u zal doen opkomen,
10 Eze  31:4 | wateren maakten hem groot, de afgrond maakte hem hoog; die ging
11 Eze  31:15|     bedekte om zijnentwil den afgrond, en weerde de stromen van
12 Amos   7:4|      het verteerde een groten afgrond, ook verteerde het een stuk     
13 Jona   2:5|   omgeven tot de ziel toe, de afgrond omving mij; het wier was
14 Luk   8:31|      niet gebieden zou in den afgrond heen te varen. ~
15 Rom  10:7 |          7 Of, wie zal in den afgrond nederdalen? Hetzelve is
16 Open  11:7|    zal het beest, dat uit den afgrond opkomt, hun krijg aandoen,
17 Open  17:8|       het zal opkomen uit den afgrond, en ten verderve gaan; en
18 Open  20:3|         3 En wierp hem in den afgrond, en sloot hem daarin, en