Book Chapter: Verse
1 1Sa 22:4 | de dagen, die David in de vesting was. ~
2 1Sa 22:5 | zeide tot David: Blijf in de vesting niet, ga heen, en ga in
3 1Sa 24:23 | zijn mannen gingen op in de vesting. ~ ~
4 2Sa 23:14 | En David was toen in een vesting; en de bezetting der Filistijnen
5 2Sa 24:7 | 7 En zij kwamen tot de vesting van Tyrus, en alle steden
6 1Kro 11:16| En David was toen in de vesting en de bezetting der Filistijnen
7 1Kro 12:8 | Gadieten af tot David, in die vesting naar de woestijn, kloeke
8 1Kro 12:16| van Benjamin en Juda op de vesting tot David. ~
9 2Kro 32:10| te Jeruzalem blijft in de vesting? ~
10 Psa 48:14 | 14 Zet uw hart op haar vesting; beschouwt onderscheidenlijk
11 Psa 122:7 | 7Vrede zij in uw vesting, welvaren in uw paleizen. ~
12 Jes 17:3 | 3 En de vesting zal ophouden van Efraim,
13 Jer 6:27 | een wachttoren, tot een vesting; opdat gij hun weg zoudt
14 Jer 10:17 | land, gij inwoneres der vesting! ~
15 Amos 5:9 | verwoesting komt over een vesting. ~
16 Nah 2:1 | aangezicht op, bewaar de vesting; bezichtig den weg; sterk
17 Zac 9:4 | stoten, en Hij zal haar vesting in de zee verslaan; en zij
|