Book Chapter: Verse

 1 Matt  10:4 |  Judas Iskariot, die Hem ook verraden heeft. ~
 2 Matt  26:21|     u, dat een van u Mij zal verraden. ~
 3 Matt  26:23| schotel indoopt, die zal Mij verraden. ~
 4 Matt  26:24|    welken de Zoon des mensen verraden wordt; het ware hem goed,
 5 Matt  27:3 |   Toen heeft Judas, dien Hem verraden had, ziende, dat Hij veroordeeld
 6 Mark   3:19|  Judas Iskariot, die Hem ook verraden heeft. ~
 7 Mark  14:18|     die met Mij eet, Mij zal verraden. ~
 8 Mark  14:21|    welken de Zoon des mensen verraden wordt! Het ware hem goed,
 9 Luk  22:22 |   dien mens, door welken Hij verraden wordt! ~
10 Joha   6:64|      en wie hij was, die Hem verraden zou. ~
11 Joha   6:71|  Iskariot; want deze zou Hem verraden, zijnde een van de twaalven. ~  ~  ~ 
12 Joha  12:4 |      zoon, Iskariot, die Hem verraden zou: ~
13 Joha  13:2 |     gegeven had, dat hij Hem verraden zou), ~
14 Joha  13:11|    11 Want Hij wist, wie Hem verraden zou; daarom zeide Hij: Gij
15 Joha  13:21|      een van ulieden Mij zal verraden. ~
16 Joha  21:20|     Heere! wie is het, die U verraden zal? ~
17 1Kor  11:23|     den nacht, in welken Hij verraden werd, het brood nam; ~