Book Chapter: Verse
1 Exo 20:26 | 26 Gij zult ook niet met trappen tot Mijn altaar opklimmen,
2 1Kon 10:19| 19 Deze troon had zes trappen, en het hoofd van den troon
3 1Kon 10:20| leeuwen stonden daar op de zes trappen aan beide zijden, desgelijks
4 2Kro 10:18| 18 En de troon had zes trappen en een voetbank van goud,
5 2Kro 10:19| beide zijden, op de zes trappen; desgelijks is in geen koninkrijk
6 Neh 3:15 | konings hof, en tot aan de trappen, die afgaan van Davids stad. ~
7 Neh 12:37 | over, gingen zij op bij de trappen van Davids stad, door den
8 Eze 40:6 | en hij ging bij derzelver trappen op, en mat den dorpel der
9 Eze 40:22 | ging daarin op met zeven trappen, en haar voorhuizen
10 Eze 40:26 | opgangen waren van zeven trappen, en haar voorhuizen waren
11 Eze 40:31 | opgangen waren van acht trappen. ~
12 Eze 40:34 | opgangen waren van acht trappen. ~
13 Eze 40:37 | opgangen waren van acht trappen. ~
14 Eze 40:49 | elf ellen; en het was met trappen, bij dewelke men daarin
15 Eze 43:17 | el rondom; en zijn trappen ziende naar het oosten. ~
16 Hand 15:35| 35 En als hij aan de trappen gekomen was, gebeurde het,
17 Hand 15:40| had, Paulus, staande op de trappen, wenkte met de hand tot
|