Book Chapter: Verse
1 Lev 25:38 | 38 Maar gij zult omkomen onder de heidenen, en het
2 Deu 4:26 | gij voorzeker haast zult omkomen van dat land, waar gij over
3 Deu 7:20 | onder hen zenden; totdat zij omkomen, die overgebleven, en voor
4 Deu 30:18 | dat gij voorzeker zult omkomen; gij zult de dagen niet
5 Joz 24:16 | en gij zult haastiglijk omkomen van het goede land, hetwelk
6 Ric 4:55 | 31 Alzo moeten omkomen al Uw vijanden, o HEERE!
7 1Sa 12:25 | gijlieden, als ook uw koning, omkomen. ~ ~
8 1Sa 27:1 | der dagen door Sauls hand omkomen; mij is niet beter, dan
9 2Kon 9:8 | ganse huis van Achab zal omkomen; en Ik zal van Achab uitroeien,
10 Job 31:19 | 19 Zo ik iemand heb zien omkomen, omdat hij zonder kleding
11 Psa 49:11 | dwaas en een onvernuftige omkomen, en hun goed anderen nalaten. ~
12 Psa 83:18 | hen schaamrood worden, en omkomen; ~
13 Spre 28:28| zich de mens; maar als zij omkomen, vermenigvuldigen de rechtvaardigen. ~ ~
14 Spre 31:8 | rechtzaak van allen, die omkomen zouden. ~
15 Jes 1:28 | den HEERE verlaten, zullen omkomen. ~
16 Jer 6:21 | metgezel, en zullen omkomen. ~
17 Eze 13:14 | in het midden van haar omkomen; en gij zult weten, dat
|