Book Chapter: Verse

 1 Gen  11:22 |   leefde dertig jaren, en gewon Nahor. ~
 2 Gen  11:23 |         Serug leefde, nadat hij Nahor gewonnen had, tweehonderd
 3 Gen  11:24 |                           24 En Nahor leefde negen en twintig
 4 Gen  11:25 |                           25 En Nahor leefde, nadat hij Terah
 5 Gen  11:26 | zeventig jaren, en gewon Abram, Nahor en Haran. ~
 6 Gen  11:27 |       Terah: Terah gewon Abram, Nahor en Haran; en Haran gewon
 7 Gen  11:29 |                  29 En Abram en Nahor namen zich vrouwen; de naam
 8 Gen  21:20 |  zeggende: Zie, Milka heeft ook Nahor, uw broeder, zonen gebaard: ~
 9 Gen  21:23 |      deze acht baarde Milka aan Nahor, den broeder van Abraham. ~
10 Gen  23:10 |   Mesopotamie, naar de stad van Nahor. ~
11 Gen  23:15 |         Milka, de huisvrouw van Nahor, de broeder van Abraham;
12 Gen  23:24 |         zoon van Milka, die zij Nahor gebaard heeft. ~
13 Gen  23:47 |       van Bethuel, den zoon van Nahor, welken Milka hem gebaard
14 Gen  27:5  |         gij Laban, den zoon van Nahor? En zij zeiden: Wij kennen
15 Gen  28:53 |      van Abraham, en de God van Nahor, de God huns vaders richte
16 Joz  25:2  |        Abraham, en de vader van Nahor; en zij hebben andere goden
17 1Kro   1:26|                       26 Serug, Nahor, Terah, ~