Book Chapter: Verse

 1 Gen  42:21 |    Becher en Asbel, Gera en Naaman, Echi en Ros, Muppim en
 2 Num  26:40 | zonen van Bela waren Ard en Naaman; van Ard het geslacht der
 3 Num  26:40 |  geslacht der Ardieten; van Naaman het geslacht der Naamieten. ~
 4 2Kon   5:1 |                           1 Naaman nu, de krijgsoverste van
 5 2Kon   5:2 |    dienst der huisvrouw van Naaman was. ~
 6 2Kon   5:6 |     zie, ik heb mijn knecht Naaman tot u gezonden, dat gij
 7 2Kon   5:9 |                 9 Alzo kwam Naaman met zijn paarden en met
 8 2Kon   5:11|                     11 Maar Naaman werd zeer toornig, en toog
 9 2Kon   5:17|                       17 En Naaman zeide: Zo niet; laat toch
10 2Kon   5:20| zeide: Zie, mijn heer heeft Naaman, dien Syrier belet, dat
11 2Kon   5:21|         21 Zo volgde Gehazi Naaman achterna. En toen Naaman
12 2Kon   5:21|    Naaman achterna. En toen Naaman zag, dat hij hem naliep,
13 2Kon   5:23|                       23 En Naaman zeide: Belieft het u, neem
14 2Kon   5:27|    zal u de melaatsheid van Naaman aankleven, en uw zaad in
15 1Kro   8:4 |             4 En Abisua, en Naaman, en Ahoah, ~
16 1Kro   8:7 |                        7 En Naaman, en Ahia, en Gera; dezen
17 Luk   4:27 |     hen werd gereinigd, dan Naaman, de Syrier. ~