Book Chapter: Verse
1 Gen 34:26 | tot zijn broederen: Wat gewin zal het zijn, dat wij onzen
2 Deu 21:14 | gij zult met haar geen gewin drijven, daarom dat gij
3 Deu 24:7 | kinderen Israels, en drijft gewin met hem, en verkoopt hem;
4 Ric 4:43 | Megiddo; zij brachten geen gewin des zilvers daarvan. ~
5 Job 22:3 | gij rechtvaardig zijt; of gewin, dat gij uw wegen volmaakt? ~
6 Psa 30:10 | 10 Wat gewin is er in mijn bloed, in
7 Jes 33:15 | billijkheden spreekt; die het gewin der onderdrukkingen verwerpt;
8 Jes 57:11 | hun weg, elkeen naar zijn gewin, elk uit zijn einde. ~
9 Mic 4:13 | verpletteren; en Ik zal hunlieder gewin den HEERE verbannen,
10 Hand 10:16| welke haar heren groot gewin toebracht met waarzeggen. ~
11 Hand 13:24| van die kunst geen klein gewin toe; ~
12 Hand 13:25| gij weet, dat wij uit dit gewin onze welvaart hebben; ~
13 Fili 1:21| Christus, en het sterven is mij gewin. ~
14 Fili 3:7 | 7 Maar hetgeen mij gewin was, dat heb ik om Christus'
15 1Tim 6:5 | dat de godzaligheid een gewin zij. Wijk af van dezulken. ~
16 1Tim 6:6 | godzaligheid is een groot gewin met vergenoeging. ~
17 1Pet 5:2 | gewilliglijk; noch om vuil gewin, maar met een volvaardig
|