Book Chapter: Verse
1 Gen 18:5 | uit tot ons, opdat wij ze bekennen. ~
2 Gen 38:33 | tot ons: Hieraan zal ik bekennen, dat gijlieden vroom zijt;
3 Exo 6:6 | zijn; en gijlieden zult bekennen, dat Ik de HEERE uw God
4 Num 14:31 | daarin brengen, en die zullen bekennen dat land, hetwelk gij smadelijk
5 Num 16:28 | Mozes: Hieraan zult gij bekennen, dat de HEERE mij gezonden
6 Num 16:30 | nedervaren; alsdan zult gij bekennen, dat deze mannen de HEERE
7 Joz 3:10 | Hieraan zult gijlieden bekennen, dat de levende God in het
8 Ric 18:22 | gekomen is, uit, opdat wij hem bekennen. ~
9 Jes 41:20 | Opdat zij zien, en bekennen, en overleggen, en te gelijk
10 Dan 4:17 | heiligen; opdat de levenden bekennen, dat de Allerhoogste heerschappij
11 Joha 7:17| doen, die zal van deze leer bekennen, of zij uit God is, dan
12 Joha 8:52| Joden dan zeiden tot Hem: Nu bekennen wij, dat Gij den duivel
13 Joha 10:38| werken; opdat gij moogt bekennen en geloven, dat de Vader
14 Joha 13:35| Hieraan zullen zij allen bekennen, dat gij Mijn discipelen
15 Joha 14:20| 20 In dien dag zult gij bekennen, dat Ik in Mijn Vader ben,
16 Efez 3:19| 19 En bekennen de liefde van Christus,
17 Open 3:9 | aanbidden voor uw voeten, en bekennen, dat Ik u liefheb. ~
|