Book Chapter: Verse
1 1Sa 14:47 | en tegen de koningen van Zoba, en tegen de Filistijnen;
2 2Sa 8:3 | van Rechob, den koning van Zoba, toen hij heentoog, om zijn
3 2Sa 8:5 | Hadad-ezer, den koning van Zoba, te helpen; maar David sloeg
4 2Sa 8:12 | van Rechob, den koning van Zoba. ~
5 2Sa 10:6 | Beth-Rechob, en van de Syriers van Zoba, twintig duizend voetvolks,
6 2Sa 10:8 | poort; maar de Syriers van Zoba, en Rechob, en de mannen
7 2Sa 23:36 | de zoon van Nathan, van Zoba; Bani, de Gadiet; ~
8 1Kon 11:23| Hadad-ezer, den koning van Zoba, ~
9 1Kro 18:3 | Hadar-ezer, den koning van Zoba, naar Hamath toe, toen hij
10 1Kro 18:5 | Hadar-ezer, den koning van Zoba, te helpen; maar David sloeg
11 1Kro 18:9 | Hadar-ezer, den koning van Zoba, geslagen had; ~
12 1Kro 19:3 | Hadar-ezer, den koning van Zoba, naar Hamath toe, toen hij
13 1Kro 19:5 | Hadar-ezer, den koning van Zoba, te helpen; maar David sloeg
14 1Kro 19:9 | Hadar-ezer, den koning van Zoba, geslagen had; ~
15 1Kro 20:6 | uit Syrie-Maacha, en uit Zoba; ~
16 Psa 60:2 | Mesopotamie, en met de Syriers van Zoba; en Joab wederkwam, en de
|