Book Chapter: Verse
1 Joz 10:10 | sloeg hen met een groten slag te Gibeon, en vervolgde
2 Joz 10:20 | hen met een zeer groten slag te slaan, totdat zij vernield
3 Ric 10:33 | Abel-Keramim, met een zeer groten slag. Alzo werden de kinderen
4 Ric 14:8 | de heup, met een groten slag; en hij ging af, en woonde
5 1Sa 6:19 | omdat de HEERE een groten slag onder het volk geslagen
6 1Sa 14:14 | 14 Deze eerste slag nu, waarmede Jonathan en
7 1Sa 14:30 | gevonden heeft! Maar nu is die slag niet groot geweest over
8 1Sa 19:8 | sloeg hen met een groten slag, en zij vloden voor zijn
9 1Sa 23:5 | sloeg onder hen een groten slag; alzo verloste David de
10 2Sa 1:1 | dood, als David van den slag der Amalekieten was wedergekomen,
11 2Sa 17:9 | alsdan zal zeggen: Er is een slag geschied onder het volk,
12 2Sa 18:7 | dienzelven dage een grote slag, van twintig duizend. ~
13 1Kon 20:21| wagenen, dat hij een groten slag aan de Syriers sloeg. ~
14 2Kro 14:17| sloeg hen met een groten slag; want uit Israel vielen
15 2Kro 28:5 | hem sloeg met een groten slag. ~
16 Est 50:5 | al hun vijanden, met den slag des zwaards, en der doding,
|