Book Chapter: Verse
1 Gen 10:7 | de zonen van Cusch zijn: Seba en Havila, en Sabta, en
2 Gen 23:70 | 3 En Joksan gewon Seba en Dedan; en de zonen van
3 Gen 24:33 | En hij noemde denzelven Seba; daarom is de naam dier
4 Joz 19:2 | hun erfdeel: Beer-seba, en Seba, en Molada,
5 2Sa 20:1 | Belials man, wiens naam was Seba, een zoon van Bichri, een
6 2Sa 20:2 | Israel op van achter David, Seba, den zoon van Bichri, achterna;
7 2Sa 20:6 | David tot Abisai: Nu zal ons Seba, de zoon van Bichri, meer
8 2Sa 20:7 | togen uit van Jeruzalem, om Seba, den zoon van Bichri, achterna
9 2Sa 20:10 | en zijn broeder Abisai, Seba, den zoon van Bichri, achterna. ~
10 2Sa 20:13 | alle man voort, Joab na, om Seba, den zoon van Bichri, achterna
11 2Sa 20:21 | van Efraim, wiens naam is Seba, de zoon van Bichri, heeft
12 2Sa 20:22 | wijsheid; en zij hieuwen Seba, den zoon van Bichri, het
13 1Kro 1:9 | kinderen van Cusch waren Seba, en Havila, en Sabta, en
14 1Kro 5:13| Michael, en Mesullam, en Seba, en Jorai, en Jachan, en
15 Psa 72:10 | de koningen van Scheba en Seba zullen vereringen toevoeren. ~
16 Jes 43:3 | heb Egypte, Morenland en Seba gegeven tot uw losgeld in
|