Book Chapter: Verse
1 Joz 24:2 | en hun hoofden, en hun richters, en hun ambtlieden, en hij
2 Joz 25:1 | deszelfs hoofden, en deszelfs richters, en deszelfs ambtlieden;
3 Ric 2:18 | vijanden, al de dagen des richters; want het berouwde den HEERE,
4 Ric 2:19 | geschiedde met het versterven des richters, dat zij omkeerden, en verdierven
5 Rut 1:1 | 1 In de dagen, als de richters richtten, zo geschiedde
6 1Sa 8:1 | stelde hij zijn zonen tot richters over Israel. ~
7 1Sa 8:2 | tweeden was Abia; zij waren richters te Ber-seba. ~
8 2Sa 7:11 | dag af, dat Ik geboden heb richters te wezen over Mijn volk
9 1Kro 17:6 | gesproken tot een van de richters van Israel, denwelken Ik
10 1Kro 17:10| dagen af, dat Ik geboden heb richters te wezen over Mijn volk
11 2Kro 20:5 | 5 En hij stelde richters in het land, in alle vaste
12 2Kro 20:6 | 6 En hij zeide tot de richters: Ziet wat gij doet, want
13 Ezra 7:25| hand is, stel regeerders en richters, die al het volk richten,
14 Jes 40:23 | vorsten te niet maakt; de richters der aarde maakt Hij tot
15 Dan 9:12 | tegen ons, en tegen onze richters, die ons richtten, brengende
16 Hos 13:10 | behoude in al uw steden! En uw richters, waar gij van zeidet: Geef
|