Book Chapter: Verse
1 1Sa 2:4 | struikelden, zijn met sterkte omgord. ~
2 1Sa 2:18 | HEEREN, zijnde een jongeling, omgord met den linnen lijfrok. ~
3 2Sa 6:14 | des HEEREN; en David was omgord met een linnen lijfrok. ~
4 2Sa 20:8 | aangezicht. En Joab was omgord over zijn kleed, dat hij
5 Psa 30:12 | ontbonden, en mij met blijdschap omgord; ~
6 Psa 65:7 | vastzet door Zijn kracht, omgord zijnde met macht. ~
7 Psa 93:1 | sterkte, Hij heeft Zich omgord. Ook is de wereld bevestigd,
8 Dan 10:5 | bekleed, en Zijn lenden waren omgord met fijn goud van Ufaz. ~
9 Joe 1:8 | jonkvrouw, die met een zak omgord is vanwege den man van haar
10 Luk 12:35 | 35 Laat uw lendenen omgord zijn, en de kaarsen brandende. ~
11 Luk 17:8 | ik te avond zal eten, en omgord u, en dien mij, totdat ik
12 Joha 13:5 | linnen doek, waarmede Hij omgord was. ~
13 Hand 6:38| de engel zeide tot hem: Omgord u, en bind uw schoenzolen
14 Efez 6:14| 14 Staat dan, uw lenden omgord hebbende met de waarheid,
15 Open 1:13| kleed tot de voeten, en omgord aan de borsten met een gouden
16 Open 15:6 | en blinkend lijnwaad, en omgord om de borst met gouden gordels. ~
|