Book Chapter: Verse
1 Matt 2:23| profeten gezegd is, dat Hij Nazarener zal geheten worden. Matthëus
2 Matt 26:71| Deze was ook met Jezus den Nazarener. ~
3 Mark 1:24| met U te doen, Gij Jezus Nazarener, zijt Gij gekomen om ons
4 Mark 10:47| horende, dat het Jezus de Nazarener was, begon hij te roepen
5 Mark 14:67| gij waart met Jezus den Nazarener. ~
6 Mark 16:6 | verbaasd; gij zoekt Jezus den Nazarener, Die gekruist was; Hij is
7 Luk 4:34 | met U te doen, Gij Jezus Nazarener? Zijt Gij gekomen, om ons
8 Luk 18:37 | boodschapten hem, dat Jezus de Nazarener voorbijging. ~
9 Luk 24:19 | dingen aangaande Jezus den Nazarener, Welke een Profeet was,
10 Joha 18:5 | antwoordden Hem: Jezus den Nazarener. Jezus zeide tot hen: Ik
11 Joha 18:7 | En zij zeiden: Jezus den Nazarener. ~
12 Joha 19:19| was geschreven: JEZUS De NAZARENER De KONING DER JODEN. ~
13 Hand 2:22| deze woorden: Jezus den Nazarener, een Man van God, onder
14 Hand 3:6 | van Jezus Christus, den Nazarener, sta op en wandel! ~
15 Hand 4:10| van Jezus Christus, den Nazarener, Dien gij gekruist hebt,
16 Hand 16:8 | tot mij: Ik ben Jezus, de Nazarener, Welken gij vervolgt. ~
|