Book Chapter: Verse

 1 2Kro  13:3 |     Egypte, Libiers, Suchieten en Moren; ~
 2 2Kro  15:12|         12 En de HEERE plaagde de Moren voor Asa en voor Juda; en
 3 2Kro  15:12|           Asa en voor Juda; en de Moren vloden. ~
 4 2Kro  15:13|         zo velen vielen er van de Moren, dat er voor hen geen hervatting
 5 2Kro  17:8 |                   8 Waren niet de Moren en de Libiers een groot
 6 2Kro  22:16|   Arabieren, die aan de zijde der Moren zijn. ~
 7 2Kro  22:36|   Arabieren, die aan de zijde der Moren zijn. ~
 8 Jes  20:4  | gevangenen der Egyptenaren, en de Moren, die weggevoerd zullen worden,
 9 Jes  20:5  |          en beschaamd zijn van de Moren, op dewelke zij zagen, en
10 Jes  45:14 |  Egyptenaren en de koophandel der Moren en der Sabeers, der mannen
11 Jer  46:9  |          de helden uittrekken: de Moren, en de Puteers, die het
12 Eze  38:5  |                    5      Perzen, Moren en Puteers met hen, die
13 Dan  11:43 |           en die van Libye, en de Moren zullen in zijn gangen wezen. ~
14 Amos   9:7 |          niet als de kinderen der Moren, o kinderen Israels? spreekt
15 Zep   2:12 |                  12      Ook gij, Moren! zult de verslagenen van
16 Zep   3:10 |           zijden der rivieren der Moren zullen Mijn ernstige aanbidders,