Book Chapter: Verse
1 2Kon 12:21| de zoon van Simeath, en Jozabad, de zoon van Somer, zijn
2 2Kon 13:21| de zoon van Simeath, en Jozabad, de zoon van Somer, zijn
3 1Kro 12:4 | Jahaziel, en Johanan, en Jozabad, de Gederathiet; ~
4 1Kro 12:20| hem uit Manasse: Adnah, en Jozabad, en Jediael, en Michael,
5 1Kro 12:20| Jediael, en Michael, en Jozabad, en Elihu, en Zillethai;
6 1Kro 27:4 | Semaja was de eerstgeborene, Jozabad de tweede, Joah de derde,
7 2Kro 18:18| 18 En naast hem was Jozabad; en met hem waren honderd
8 2Kro 24:26| Simeath, de Ammonietische, en Jozabad, de zoon van Simrith, de
9 2Kro 31:13| Asahel, en Jerimoth, en Jozabad, en Eliel, en Jismachja,
10 2Kro 35:9 | mitsgaders Hasabja, en Jeiel, en Jozabad, de oversten der Levieten,
11 2Kro 36:9 | mitsgaders Hasabja, en Jeiel, en Jozabad, de oversten der Levieten,
12 Ezra 8:33| van Pinehas; en met hem Jozabad, de zoon van Jesua, en Noadja,
13 Ezra 10:22| Maaseja, Ismael, Nethaneel, Jozabad en Elasa. ~
14 Ezra 10:23| 23 En van de Levieten: Jozabad, en Simei, en Kelaja (deze
15 Neh 8:8 | Maaseja, Kelita, Azaria, Jozabad, Hanan, Pelaja, en de Levieten
16 Neh 11:16 | 16 En Sabbethai, en Jozabad, van de hoofden der Levieten,
|