Book Chapter: Verse
1 Gen 20:14 | op, en nam brood, en een fles water, en gaf ze aan Hagar,
2 Gen 20:15 | Als nu het water van de fles uit was, zo wierp zij het
3 Gen 20:19 | en zij ging, en vulde de fles met water, en gaf den jongen
4 1Sa 1:24 | en een efa meels, en een fles met wijn; en zij bracht
5 1Sa 10:3 | broods, en een, dragende een fles wijn. ~
6 2Sa 6:19 | schoon stuk vlees, en een fles wijn. Toen ging al dat volk
7 1Kon 17:12| en een weinig olie in de fles! En zie ik heb een paar
8 1Kon 17:14| verteerd worden, en de olie der fles zal niet ontbreken, tot
9 1Kon 17:16| verteerd, en de olie van de fles ontbrak niet, naar het woord
10 1Kon 19:6 | de kolen gebakken, en een fles met water; alzo at hij,
11 1Kro 16:3 | schoon stuk vlees, en een fles wijn.
12 Psa 56:9 | geteld; leg mijn tranen in uw fles; zijn zij niet in Uw register? ~
13 Matt 26:7 | vrouw, hebbende een albasten fles met zeer kostelijke zalf,
14 Mark 14:3 | vrouw, hebbende een albasten fles met zalf van onvervalsten
15 Mark 14:3 | groten prijs; en de albasten fles gebroken hebbende, goot
16 Luk 7:37 | aanzat, bracht een albasten fles met zalf. ~
|