Book Chapter: Verse

 1 Gen  32:8  |        aan Beth-El; onder dien eik, welks naam hij noemde Allon-Bachuth. ~
 2 Joz  25:26 | richtte dien daar op onder den eik, die bij het heiligdom des
 3 Ric   4:11 |  tenten opgeslagen tot aan den eik in Zaanaim, die bij Kedes
 4 Ric   5:11 |        en zette Zich onder den eik, die te Ofra is, welke aan
 5 Ric   5:19 |     tot Hem uit, tot onder den eik, en zette het nader. ~
 6 Ric   8:6  |      ten koning, bij den hogen eik, die bij Sichem is. ~
 7 Ric   8:37 |       komt van den weg van den eik Meonenim. ~
 8 2Sa  18:9  |   dichte takken van een groten eik, zo werd zijn hoofd vast
 9 2Sa  18:9  |        zijn hoofd vast aan den eik, dat hij hangen bleef tussen
10 2Sa  18:10 |    Absalom zien hangen aan een eik. ~
11 2Sa  18:14 |      was in het midden van den eik. ~
12 1Kon  13:14|    vond hem zittende onder een eik; en hij zeide tot hem: Zijt
13 Jes   1:30 |     Want gij zult zijn als een eik, welks bladeren afvallen,
14 Jes   6:13 |      te weiden; maar gelijk de eik, en gelijk de haageik, in
15 Jes  44:14 |       een cypressenboom of een eik, en hij versterkt zich onder
16 Hos   4:13 |  heuvelen roken zij, onder een eik, en populier, en iepeboom,