Book Chapter: Verse

 1 Gen   5:32 |         oud; en Noach gewon Sem, Cham en Jafeth. ~  ~
 2 Gen   6:10 |     Noach gewon drie zonen: Sem, Cham en Jafeth. ~
 3 Gen   7:13 |       dag ging Noach, en Sem, en Cham, en Jafeth, Noachs zonen,
 4 Gen   9:18 |        ark gingen, waren Sem, en Cham, en Jafeth; en Cham is de
 5 Gen   9:18 |           en Cham, en Jafeth; en Cham is de vader van Kanaan. ~
 6 Gen   9:22 |                            22 En Cham, Kanaans vader, zag zijns
 7 Gen  10:1  | geboorten van Noachs zonen: Sem, Cham, en Jafeth; en hun werden
 8 Gen  10:6  |                6 En de zonen van Cham zijn: Cusch en Mitsraim,
 9 Gen  10:20 |           20 Deze zijn zonen van Cham, naar hun huisgezinnen,
10 1Kro   1:4 |                    4 Noach, Sem, Cham en Jafeth. ~
11 1Kro   1:8 |                8 De kinderen van Cham waren Cusch en Mitsraim,
12 1Kro   4:40|          en gerust; want die van Cham woonden daar tevoren. ~
13 Psa  78:51 |        krachten in de tenten van Cham. ~
14 Psa 105:23 |      vreemdeling in het land van Cham. ~
15 Psa 105:27 |     wonderwerken in het land van Cham. ~
16 Psa 106:22 |      Wonderdaden in het land van Cham; vreselijke dingen aan de