Book Chapter: Verse
1 1Sa 1:10 | 10 Zij dan viel bitterlijk bedroefd zijnde, zo bad
2 1Sa 22:2 | en alle man, wiens ziel bitterlijk bedroefd was, en hij werd
3 2Kon 4:27| want haar ziel is in haar bitterlijk bedroefd, en de HEERE heeft
4 Job 3:20 | licht, en het leven den bitterlijk bedroefden van gemoed? ~
5 Spre 31:6 | gaat, en wijn dengenen, die bitterlijk bedroefd van ziel zijn; ~
6 Jes 22:4 | gezicht van mij af; laat mij bitterlijk wenen; dringt niet aan,
7 Jes 33:7 | de boden des vredes wenen bitterlijk. ~
8 Jer 13:17 | hoogmoed, en mijn oog zal bitterlijk tranen, ja, van tranen nederdalen,
9 Eze 3:14 | mij weg, en ik ging henen, bitterlijk bedroefd door de hitte mijns
10 Eze 27:30 | stem over u laten horen, en bitterlijk schreeuwen; en zij zullen
11 Hos 12:15 | daarentegen heeft Hen zeer bitterlijk vertoornd; daarom zal Hij
12 Zep 1:14 | HEEREN; de held zal aldaar bitterlijk schreeuwen. ~
13 Zac 12:10 | en zij zullen over Hem bitterlijk kermen, gelijk men bitterlijk
14 Zac 12:10 | bitterlijk kermen, gelijk men bitterlijk kermt over een eerstgeborene. ~
15 Matt 26:75| buiten gaande, weende hij bitterlijk. ~ ~
16 Luk 22:62 | naar buiten gaande, weende bitterlijk. ~
|