Book Chapter: Verse

 1 Gen  34:10 |             zijn broederen verhaalde, bestrafte hem zijn vader, en zeide
 2 1Kro  16:21|              hen te onderdrukken; ook bestrafte Hij koningen om hunnentwil,
 3 Psa 105:14 |              hen te onderdrukken; ook bestrafte Hij koningen om hunnentwil,
 4 Matt   8:26| kleingelovigen? Toen stond Hij op, en bestrafte de winden en de zee; en
 5 Matt  17:18|                           18 En Jezus bestrafte hem, en de duivel ging van
 6 Matt  20:31|                       31 En de schare bestrafte hen, opdat zij zwijgen zouden;
 7 Mark   1:25|                           25 En Jezus bestrafte hem, zeggende: Zwijg stil,
 8 Mark   4:39|               En Hij opgewekt zijnde, bestrafte den wind, en zeide tot de
 9 Mark   8:33|            Zijn discipelen aanziende, bestrafte Petrus, zeggende: Ga heen,
10 Mark   9:25|           schare gezamenlijk toeliep, bestrafte den onreinen geest, zeggende
11 Luk   4:35 |                           35 En Jezus bestrafte hem, zeggende: Zwijg stil,
12 Luk   4:39 |             39 En staande boven haar, bestrafte Hij de koorts, en de koorts
13 Luk   8:24 |             en Hij, opgestaan zijnde, bestrafte den wind en de watergolven,
14 Luk   9:42 |           verscheurde hem; maar Jezus bestrafte den onreinen geest, en maakte
15 Luk   9:55 |               55 Maar Zich omkerende, bestrafte Hij hen, en zeide: Gij weet
16 Luk  23:40 |              de andere, antwoordende, bestrafte hem, zeggende: Vreest gij