Book Chapter: Verse

 1 Num  25:14 |      met de Midianietin, was Zimri, de zoon van Salu, een overste
 2 1Kon  16:9 |                         9 En Zimri, zijn knecht, overste van
 3 1Kon  16:10|                   10 Zo kwam Zimri in, en sloeg hem, en doodde
 4 1Kon  16:12|            12 Alzo verdelgde Zimri het ganse huis van Baesa,
 5 1Kon  16:15|    koning van Juda, regeerde Zimri zeven dagen te Thirza; en
 6 1Kon  16:16| gelegerd had, hoorde zeggen: Zimri heeft een verbintenis gemaakt,
 7 1Kon  16:18|    18 En het geschiedde, als Zimri zag, dat de stad ingenomen
 8 1Kon  16:20|      der geschiedenissen van Zimri, en zijn verbintenis, die
 9 2Kon   9:31|     zeide zij: Is het wel, o Zimri, doodslager van zijn heer? ~
10 1Kro   2:6 |     kinderen van Zerah waren Zimri, en Ethan, en Heman, en
11 1Kro   8:36|     Alemeth, en Azmaveth, en Zimri; Zimri nu gewon Moza; ~
12 1Kro   8:36|       en Azmaveth, en Zimri; Zimri nu gewon Moza; ~
13 1Kro   9:42|     Alemeth, en Azmaveth, en Zimri; en Zimri gewon Moza; ~
14 1Kro   9:42|    en Azmaveth, en Zimri; en Zimri gewon Moza; ~
15 Jer  25:25 |        En allen koningen van Zimri, en allen koningen van Elam,