Book Chapter: Verse

 1 2Kon  11:10|           oversten van honderd de spiesen en de schilden, die van
 2 1Kro  12:24|        van Juda, die rondassen en spiesen droegen, waren zes duizend
 3 2Kro  12:12|         in elke stad rondassen en spiesen, en sterkte ze gans zeer;
 4 2Kro  23:22|         oversten der honderden de spiesen, en de rondassen, en de
 5 2Kro  26:14|          ganse heir, schilden, en spiesen, en helmen, en pantsieren,
 6 Neh   4:13 | geslachten, met hun zwaarden, hun spiesen en hun bogen. ~
 7 Neh   4:16 |          helft van hen hielden de spiesen, en de schilden, en de bogen,
 8 Neh   4:21 |          helft van hen hielden de spiesen, van het opgaan des dageraads
 9 Psa  57:5  |     mensenkinderen, welker tanden spiesen en pijlen zijn, en hun tong
10 Jes   2:4  |          slaan tot spaden, en hun spiesen tot sikkelen; het ene volk
11 Jer  46:4  |      stelt u met helmen; vaagt de spiesen, trekt de pantsiers aan! ~
12 Eze  39:9  |          handstokken als      van spiesen; en zij zullen daarvan vuur
13 Joe   3:10 |      zwaarden, en uw sikkelen tot spiesen; de zwakke zegge: Ik ben
14 Mic   4:3  |          slaan tot spaden, en hun spiesen tot sikkelen; het ene volk
15 Nah   2:3  |           hij zich bereidt; en de spiesen worden      geschud. ~