Book Chapter: Verse

 1 Joz  13:4  | Kanaanieten, en Meara, die van de Sidoniers is, tot Afek toe, tot aan
 2 Joz  13:6  |         Misrefoth-maim toe, al de Sidoniers; Ik zal hen verdrijven van
 3 Ric   3:3  |          al de Kanaanieten, en de Sidoniers, en de Hevieten, wonende
 4 Ric   9:12 |                          12 En de Sidoniers, en Amalekieten, en Maonieten,
 5 Ric  17:7  |      zekerheid, naar de wijze der Sidoniers, stil en zeker zijnde; en
 6 Ric  17:7  |        ook waren zij verre van de Sidoniers, en hadden niets te doen
 7 1Kon   5:6 |         hout te houwen, gelijk de Sidoniers. ~
 8 1Kon  11:5 |    wandelde Astoreth, den god der Sidoniers, na, en Milchom, het verfoeisel
 9 1Kon  11:33|        voor Astoreth, den god der Sidoniers, Kamos, den god der Moabieten,
10 1Kon  16:31|          Eth-Baal, den koning der Sidoniers, en heenging, en diende
11 2Kon  25:13|      Astoreth, het verfoeisel der Sidoniers, en voor Kamos, het verfoeisel
12 1Kro  23:4 | cederenhout zonder getal; want de Sidoniers en de Tyriers brachten tot
13 Ezra   3:7 |         en drank, en olie, aan de Sidoniers en aan de Tyriers, om cederenhout
14 Eze  32:30 |       Noorden, zij allen, en alle Sidoniers, die met de verslagenen
15 Hand   6:50|           zin tegen de Tyriers en Sidoniers te krijgen; maar zij kwamen