Book Chapter: Verse

 1 1Kon   7:17|                          17 De netten waren van nettenwerk, de
 2 1Kon   7:41|      pilaren waren, en de twee netten, om de twee bollen der kapitelen
 3 1Kon   7:42|     granaatappelen tot de twee netten, namelijk twee rijen van
 4 2Kro   4:12|        der pilaren; en de twee netten, om de twee bollen der kapitelen
 5 2Kro   4:13|     granaatappelen tot de twee netten: twee rijen van granaatappelen
 6 Pred   7:26|         een vrouw, welker hart netten en garen, en haar handen
 7 Eze  26:5  |      zijn tot uitspreiding van netten; want Ik heb het gesproken,
 8 Eze  26:14 |      zijn tot uitspreiding der netten, gij zult niet meer gebouwd
 9 Eze  47:10 |      zijn tot uitspreiding der netten; haar vis zal naar zijn
10 Matt   4:20|        20 Zij dan, terstond de netten verlatende, zijn Hem nagevolgd.
11 Matt   4:21|        hun vader Zebedeus, hun netten vermakende, en heeft hen
12 Mark   1:18|        18 En zij, terstond hun netten verlatende, zijn Hem gevolgd. ~
13 Mark   1:19|      dezelven in het schip hun netten vermakende. ~
14 Luk   5:2  | daaruit gegaan, en spoelden de netten. ~
15 Luk   5:4  |     naar de diepte, en werp uw netten uit om te vangen. ~