Book Chapter: Verse

 1 Luk  16:20 |        zeker bedelaar, met name Lazarus, welke lag voor zijn poort
 2 Luk  16:23 |       hij Abraham van verre, en Lazarus in zijn schoot. ~
 3 Luk  16:24 |       ontferm u mijner, en zend Lazarus, dat hij het uiterste zijns
 4 Luk  16:25 |  ontvangen hebt in uw leven, en Lazarus desgelijks het kwade; en
 5 Joha  11:1 |        zeker man krank, genaamd Lazarus, van Bethanie, uit het vlek
 6 Joha  11:2 |      haar haren; welker broeder Lazarus krank was.) ~
 7 Joha  11:5 |      Martha, en haar zuster, en Lazarus lief. ~
 8 Joha  11:11|       daarna zeide Hij tot hen: Lazarus, onze vriend, slaapt; maar
 9 Joha  11:14|      dan Jezus tot hen vrijuit: Lazarus is gestorven.
10 Joha  11:43|      riep Hij met grote stemme: Lazarus, kom uit! ~
11 Joha  12:1 |        pascha te Bethanie, daar Lazarus was, die gestorven was geweest,
12 Joha  12:2 | avondmaal, en Martha diende; en Lazarus was een van degenen, die
13 Joha  12:9 |         wil, maar opdat zij ook Lazarus zouden zien, dien Hij uit
14 Joha  12:10|     beraadslaagden, dat zij ook Lazarus doden zouden. ~
15 Joha  12:17|       Hem was, getuigde dat Hij Lazarus uit het graf geroepen, en