Book Chapter: Verse

 1 Num   4:3  |     al wie tot dezen strijd inkomt, om het werk in de tent
 2 Num   4:23 |   vijftig jaren oud, al wie inkomt om den strijd te strijden,
 3 Num   4:30 |   vijftig jaren oud, al wie inkomt tot dezen strijd, om te
 4 Deu   4:1  |   opdat gij leeft, en henen inkomt, en erft het land, dat de
 5 Deu   6:18 |     het u welga, en dat gij inkomt, en erft het goede land,
 6 Deu   8:1  |      en vermenigvuldigt, en inkomt, en het land erft, dat de
 7 Deu   9:1  |    de Jordaan gaan, dat gij inkomt, om volken te erven, die
 8 Deu  11:8  | opdat gij gesterkt wordt en inkomt, en erft het land, waarheen
 9 Ric  17:9  |   te trekken, dat gij henen inkomt, om dat land in erfelijke
10 1Kon  14:5 |    en het zal zijn, als zij inkomt, dat zij zich vreemd aanstellen
11 2Kon  11:8 |     hij uitgaat, en als hij inkomt. ~
12 2Kro  23:20|   hand; en die tot het huis inkomt, zal gedood worden; doch
13 2Kro  23:20|     bij den koning, als hij inkomt en uitgaat. ~
14 Ezra   9:11|    Het land, waar gijlieden inkomt, om dat te erven, is een
15 Luk  17:7  |  hem, als hij van den akker inkomt, terstond zal zeggen: Kom