Book Chapter: Verse
1 Num 21:15 | beken, die zich naar de gelegenheid van Ar wendt, en leent aan
2 Ric 13:4 | van den HEERE was, dat hij gelegenheid zocht van de Filistijnen;
3 Ric 16:8 | om te verkeren, waar hij gelegenheid zou vinden. Als hij nu kwam
4 Ric 16:9 | om te verkeren, waar ik gelegenheid zal vinden. ~
5 Psa 48:3 | 3 Schoon van gelegenheid, een vreugde der ganse aarde
6 Pred 8:2 | des konings; doch naar de gelegenheid van den eed Gods. ~
7 Dan 6:5 | vorsten en de stadhouders gelegenheid te vinden, tegen Daniel
8 Dan 6:5 | koninkrijk; maar zij konden geen gelegenheid noch misdaad vinden, dewijl
9 Dan 6:6 | tegen dezen Daniel geen gelegenheid vinden, tenzij wij tegen
10 Matt 26:16| En van toen af zocht hij gelegenheid, opdat hij Hem overleveren
11 Luk 22:6 | hij beloofde het, en zocht gelegenheid, om Hem hun over te leveren,
12 Rom 1:10 | nog te eniger tijd goede gelegenheid gegeven werd, door den wil
13 Rom 13:11 | ik te meer, dewijl wij de gelegenheid des tijds weten, dat het
14 Fili 4:10| gedacht hebt, maar gij hebt de gelegenheid niet gehad. ~
15 2Pet 1:15| naarstigheid doen bij alle gelegenheid, dat gij na mijn uitgang
|