Book Chapter: Verse

 1 1Kon   5:18|                      18 En de bouwlieden van Salomo, en de bouwlieden
 2 1Kon   5:18|  bouwlieden van Salomo, en de bouwlieden van Hiram, en de Giblieten
 3 2Kon  12:11|     de timmerlieden en aan de bouwlieden, die het huis des HEEREN
 4 2Kon  13:11|     de timmerlieden en aan de bouwlieden, die het huis des HEEREN
 5 2Kon  24:6 |     Aan de timmerlieden en de bouwlieden, en de metselaars, en om
 6 2Kro  34:11|    het den werkmeesters en de bouwlieden, om gehouwen stenen te kopen,
 7 Ezra   3:10|                  10 Als nu de bouwlieden den grond van des HEEREN
 8 Neh   4:5  | getergd, staande tegenover de bouwlieden. ~
 9 Psa 118:22 |          22 De steen, dien de bouwlieden verworpen hadden, is tot
10 Psa 127:1  |  tevergeefs arbeiden deszelfs bouwlieden daaraan; zo de HEERE de
11 Matt  21:42|   Schriften: De steen, die de bouwlieden verworpen hebben, deze is
12 Mark  12:10|    gelezen: De steen, dien de bouwlieden verworpen hebben, deze is
13 Luk  20:17 |      staat: De steen, dien de bouwlieden verworpen hebben, deze is
14 Hand   4:11|       de Steen, Die van u, de bouwlieden, veracht is, Welke tot een
15 1Pet   2:7 |     gezegd: De Steen, Dien de bouwlieden verworpen hebben, Deze is