Book Chapter: Verse

 1 Deu  31:6  |  met u gaat; Hij zal u niet begeven, noch u verlaten. ~
 2 Deu  31:8  |  met u zijn; Hij zal u niet begeven, noch u verlaten; vrees
 3 Joz   1:5  |   met u zijn; Ik zal u niet begeven, en zal u niet verlaten. ~
 4 2Sa  17:13 |    hij zich in een stad zal begeven, zo zal gans Israel koorden
 5 1Kro  29:20|  met u zijn; Hij zal u niet begeven, en Hij zal u niet verlaten,
 6 Psa  94:14 |    HEERE zal Zijn volk niet begeven, en Hij zal Zijn erve niet
 7 Spre  29:9 |   dwaas man in rechten zich begeven hebbende, hetzij dat hij
 8 Mic   6:2  |    Zich met Israel in recht begeven. ~
 9 Hand  13:31|    de schouwplaats niet zou begeven. ~
10 1Tim   1:4 |              4 Noch zich te begeven tot fabelen en oneindelijke
11 1Tim   3:8 |     die zich tot veel wijns begeven, geen vuil-gewinzoekers; ~
12 2Tim   5:14|             14 En zich niet begeven tot Joodse fabelen, en geboden
13 Tit   1:14 |             14 En zich niet begeven tot Joodse fabelen, en geboden
14 Heb   7:13 | niemand zich tot het altaar begeven heeft. ~
15 Heb  13:5  | heeft gezegd: Ik zal u niet begeven, en Ik zal u niet verlaten. ~