Book Chapter: Verse

 1 Gen  17:21 |                21 Zal Ik nu afgaan en bezien, of zij naar hun
 2 Num   8:25 |     strijd van dezen dienst afgaan, en hij zal niet meer dienen. ~
 3 Num  33:11 |     11 En deze landpale zal afgaan van Sefam naar Ribla, tegen
 4 Num  33:11 |    daarna zal deze landpale afgaan en strekken langs den oever
 5 Num  33:12 |    Voorts zal deze landpale afgaan langs de Jordaan, en haar
 6 Ric   6:4  |  des volks te veel; doe hen afgaan naar het water, en Ik zal
 7 Ric   6:5  |      5 En hij deed het volk afgaan naar het water. Toen zeide
 8 1Sa  10:8  |   zult voor mijn aangezicht afgaan naar Gilgal, en zie, ik
 9 1Sa  26:6  |   mij tot Saul in het leger afgaan? Toen zeide Abisai: Ik zal
10 1Sa  26:6  |  zeide Abisai: Ik zal met u afgaan. ~
11 1Kon   1:53| zond heen, en zij deden hem afgaan van het altaar; en hij kwam,
12 Neh   3:15 |     tot aan de trappen, die afgaan van Davids stad. ~
13 Jes  34:7  |   eenhoornen zullen met hen afgaan, en de varren met de stieren;
14 Jer  50:27 |     al haar varren, laat ze afgaan ter slachting; wee over
15 Jud   1:12 |   zij zijn als bomen in het afgaan van de herfst, onvruchtbaar,