Book Chapter: Verse

 1 Gen  27:60 |      tot Laban zeide: Laat mij vertrekken, dat ik ga tot mijn plaats,
 2 Gen  28:30 |         gij hebt immers willen vertrekken, omdat gij zo zeer begerig
 3 Exo   3:20 |   daarna zal hij ulieden laten vertrekken. ~
 4 Deu   7:10 |        zal het Zijn hater niet vertrekken, in zijn aangezicht zal
 5 Deu  23:21 |  beloofd hebben, gij zult niet vertrekken die te betalen; want de
 6 2Sa  15:19 |  vreemd, en ook zult gij weder vertrekken naar uw plaats. ~
 7 Eze  12:3  |     voor hun ogen; en gij zult vertrekken van uw plaats tot een andere
 8 Eze  12:4  |      gereedschap dergenen, die vertrekken; daarna zult gij in den
 9 Eze  12:4  |   gelijk zij      uitgaan, die vertrekken. ~
10 Eze  12:7  |      gereedschap dergenen, die vertrekken; daarna in den avond doorgroef
11 Joe   2:20 | noorden verre van ulieden doen vertrekken, en hem wegdrijven in een
12 Matt   8:34|        uit hun landpalen wilde vertrekken. ~  ~  ~ 
13 Hand  12:2 |       dat al de Joden uit Rome vertrekken zouden), en hij ging tot
14 Hand  22:10|       met veel eer, en als wij vertrekken zouden, bestelden zij ons