Book Chapter: Verse

 1 Ric   2:12 |                       12 En zij verlieten den HEERE, hunner vaderen
 2 Ric   2:13 |                     13 Want zij verlieten den HEERE, en dienden de
 3 Ric   8:26 |       en de burgeren van Sichem verlieten zich op hem. ~
 4 Ric   9:6  |         der Filistijnen; en zij verlieten den HEERE, en dienden Hem
 5 1Sa  31:7  |       zijn zonen dood waren, zo verlieten zij de steden, en zij vloden.
 6 2Kon  19:16|                      16 Ja, zij verlieten al de geboden des HEEREN,
 7 1Kro  10:7 |       zijn zonen dood waren, zo verlieten zij hun steden, en zij vloden.
 8 1Kro  12:19|         vorsten der Filistijnen verlieten hem met raad, zeggende:
 9 2Kro  12:14|             14 Want de Levieten verlieten hun voorsteden en hun bezitting,
10 2Kro  24:18|                           18 Zo verlieten zij het huis des HEEREN,
11 Eze  31:12 |    heidenen, roeiden hem uit en verlieten hem; zijn takken vielen
12 Eze  31:12 |         af uit zijn schaduw, en verlieten hem. ~
13 Mark  12:12| gelijkenis op hen sprak; en zij verlieten Hem en gingen weg. ~
14 Luk   5:11 |       aan land gestuurd hadden, verlieten zij alles, en volgden Hem. ~