Book Chapter: Verse

 1 2Kon  11:4 |           huis des HEEREN, en hij toonde hun den zoon des konings. ~
 2 2Kon  22:13|           hoorde naar hen, en hij toonde hun zijn ganse schathuis,
 3 2Kon  22:13|    heerschappij, dat hij hun niet toonde. ~
 4 Jes  39:2  |  verblijdde zich over hen, en hij toonde hun zijn schathuis, het
 5 Jes  39:2  | heerschappij, dat Hizkia hun niet toonde. ~
 6 Zac   1:20 |               20      En de HEERE toonde mij vier smeden. ~
 7 Zac   3:1  |                     1      Daarna toonde Hij mij Josua, den hogepriester,
 8 Matt   4:8 |           een zeer hogen berg, en toonde Hem al de koninkrijken der
 9 Luk   4:5  |     geleid had op een hogen berg, toonde hij Hem al de koninkrijken
10 Luk  24:40 |          40 En als Hij dit zeide, toonde Hij hun de handen en de
11 Joha  20:20|           En dit gezegd hebbende, toonde Hij hun Zijn handen en Zijn
12 Open  21:10|      groten en hogen berg, en hij toonde mij de grote stad, het heilige
13 Open  22:1 |                          1 En hij toonde mij een zuivere rivier van
14 Open  22:8 |       engels, die mij deze dingen toonde. ~