Book Chapter: Verse

 1 Gen  27:68 |     lammeren, dat zij bij mij gestolen. ~
 2 Gen  28:30 |    waarom hebt gij mijn goden gestolen? ~
 3 Gen  28:32 |      niet, dat Rachel dezelve gestolen had. ~
 4 Gen  28:39 |    geeist, het ware des daags gestolen, of des nachts gestolen. ~
 5 Gen  28:39 |       gestolen, of des nachts gestolen. ~
 6 Exo  22:7  |     wordt uit diens mans huis gestolen; indien de dief gevonden
 7 Exo  22:12 |  indien het van hem zekerlijk gestolen is, hij zal het zijn heer
 8 Joz   7:11 |    verbannene genomen, en ook gestolen, en ook gelogen, en hebben
 9 2Sa  19:41 | broeders, de mannen van Juda, gestolen, en hebben den koning en
10 2Sa  21:12 |  Jabes in Gilead, die dezelve gestolen hadden van de straat Beth-San,
11 Spre   9:17|                    17      De gestolen wateren zijn zoet, en het
12 Oba   1:5  | uitgeroeid!), zouden zij niet gestolen hebben zoveel hun genoeg
13 Matt  28:13| nachts gekomen, en hebben Hem gestolen, als wij sliepen. ~
14 Efez   4:28|                        28 Die gestolen heeft, stele niet meer,