Book Chapter: Verse

 1 Gen  28:2 |          hem niet als gisteren en eergisteren. ~
 2 Gen  28:5 |           niet is als gisteren en eergisteren; doch de God mijns vaders
 3 Exo   4:10|       noch van gisteren, noch van eergisteren, noch van toen af, toen
 4 Exo   5:7 |     tichelstenen, als gisteren en eergisteren; laat hen zelven heengaan,
 5 Exo   5:8 | tichelstenen, die zij gisteren en eergisteren gemaakt hebben, zult gij
 6 Deu   4:42|          dien hij van gisteren en eergisteren niet haatte; dat hij in
 7 Deu  19:4 |          hij toch van gisteren en eergisteren niet haatte; ~
 8 Deu  19:6 |          hem niet van gisteren en eergisteren. ~
 9 Joz   3:4 |           niet gegaan gisteren en eergisteren. ~
10 Joz   4:18|         en gingen als gisteren en eergisteren aan al haar oevers. ~
11 Joz  20:5 |          heeft, en hemgisteren en eergisteren niet heeft gehaat. ~
12 1Sa   4:7 |         dergelijke is gisteren en eergisteren niet geschied! ~
13 1Sa  19:7 |        aangezicht als gisteren en eergisteren. ~
14 1Sa  21:5 |     onthouden geweest gisteren en eergisteren, toen ik uitging, en de