Book Chapter: Verse

 1 Gen  27:15|      broeder zijt, zoudt gij mij derhalve om niet dienen? verklaar
 2 Gen  33:8 |                                8 Derhalve woonde Ezau op het gebergte
 3 Exo   5:15|                               15 Derhalve gingen de ambtlieden der
 4 Exo   6:5 |                                5 Derhalve zeg tot de kinderen Israels:
 5 Exo  34:58| aangezicht van Mozes glinsterde; derhalve deed Mozes het deksel weder
 6 Exo  36:4 |                                4 Derhalve kwamen alle wijzen, die
 7 Num  20:12|                               12 Derhalve zeide de HEERE tot Mozes
 8 Num  22:4 |                                4 Derhalve zeide Moab tot de oudsten
 9 1Sa  18:17|                               17 Derhalve zeide Saul tot David: Zie,
10 1Sa  19:1 |                                1 Derhalve sprak Saul tot zijn zoon
11 2Kon   7:7|                                7 Derhalve hadden zij zich opgemaakt,
12 1Kro  22:4|          de overhand tegen Joab; derhalve toog Joab uit, en hij doorwandelde
13 Pred   2:1|          beproeven door vreugde; derhalve zie het goede aan; maar
14 Jes  29:9 |  verwondert u; zij zijn vrolijk, derhalve roept gijlieden; zij zijn