Book Chapter: Verse

 1 Ric   4:6 |     En zij zond heen en riep Barak, den zoon van Abinoam, van
 2 Ric   4:8 |                 8 Toen zeide Barak tot haar: Indien gij met
 3 Ric   4:9 |  Debora zich op, en toog met Barak naar Kedes. ~
 4 Ric   4:10|                 10 Toen riep Barak Zebulon en Nafthali bijeen
 5 Ric   4:12| boodschapten zij Sisera, dat Barak, de zoon van Abinoam, op
 6 Ric   4:14|      14 Debora dan zeide tot Barak: Maak u op; want dit is
 7 Ric   4:14|    henen uitgetogen? Zo trok Barak van den berg Thabor af,
 8 Ric   4:15|      voor het aangezicht van Barak; dat Sisera van den wagen
 9 Ric   4:16|                        16 En Barak jaagde ze na, achter de
10 Ric   4:22|                  22 En ziet, Barak vervolgde Sisera; en Jael
11 Ric   4:25|     1 Voorts zong Debora, en Barak, de zoon van Abinoam, ten
12 Ric   4:36|  spreek een lied! maak u op, Barak! en leid uw gevangenen gevangen,
13 Ric   4:39|   gelijk Issaschar, alzo was Barak; op zijn voeten werd hij
14 Heb  11:32|      verhalen van Gideon, en Barak, en Samson, en Jeftha, en