Book Chapter: Verse

 1 1Sa  18:10  |      huis, en David speelde op snarenspel met zijn hand, als van dag
 2 1Sa  19:9   |      hand; en David speelde op snarenspel met de hand; ~
 3 2Sa   6:5   |       des HEEREN, met allerlei snarenspel van dennenhout, als met
 4 Job  30:9   |       9 Maar nu ben ik hun een snarenspel geworden, en ik ben hun
 5 Psa  69:13  | klappen van mij; en ik ben een snarenspel dergenen, die sterken drank
 6 Psa  77:7   |            7 Ik dacht aan mijn snarenspel; in den nacht overlegde
 7 Psa 150:4   |        en fluit; looft Hem met snarenspel en orgel! ~
 8 Pred   2:8  |       der mensenkinderen,      snarenspel, ja, allerlei snarenspel. ~
 9 Pred   2:8  |       snarenspel, ja, allerlei snarenspel. ~
10 Jes  38:20  |      daarom zullen wij op mijn snarenspel spelen; al de dagen onzes
11 Klaa   1:58 |        belaching geworden, hun snarenspel den gansen dag. ~
12 Klaa   1:107|  zitten en opstaan; ik ben hun snarenspel. ~
13 Klaa   2:14 |         de jongelingen van hun snarenspel. ~