Book Chapter: Verse

 1 Luk  10:38 |    een zekere vrouw, met name Martha, ontving Hem in haar huis. ~
 2 Luk  10:40 |                       40 Doch Martha was zeer bezig met veel
 3 Luk  10:41 | antwoordende, zeide tot haar: Martha, Martha, gij bekommert en
 4 Luk  10:41 |       zeide tot haar: Martha, Martha, gij bekommert en ontrust
 5 Joha  11:1 |      van Maria en haar zuster Martha. ~
 6 Joha  11:5 |                5 Jezus nu had Martha, en haar zuster, en Lazarus
 7 Joha  11:19|       Joden waren gekomen tot Martha en Maria, opdat zij haar
 8 Joha  11:20|                            20 Martha dan, als zij hoorde, dat
 9 Joha  11:21|                   21 Zo zeide Martha dan tot Jezus: Heere, waart
10 Joha  11:24|                            24 Martha zeide tot Hem: Ik weet,
11 Joha  11:30|    was in de plaats, waar Hem Martha tegemoet gekomen was.) ~
12 Joha  11:39|   zeide: Neemt den steen weg. Martha, de zuster des gestorvenen,
13 Joha  12:2 |      aldaar een avondmaal, en Martha diende; en Lazarus was een