Book Chapter: Verse

 1 Gen  37:42 |         en legde hem een gouden keten aan zijn hals; ~
 2 Num  31:50 |      heeft, een gouden vat, een keten, of een armring, een vingerring,
 3 Psa  73:6  |        hen de hovaardij als een keten; het geweld bedekt hen als
 4 Hoo   4:9  |        een van uw ogen, met een keten van uw hals. ~
 5 Eze   7:23 |                23      Maak een keten; want het land is vol van
 6 Eze  16:11 | armringen aan uw handen, en een keten aan uw hals. ~
 7 Dan   5:7  |  gekleed worden, met een gouden keten om zijn hals, en hij zal
 8 Dan   5:16 |  bekleed worden, met een gouden keten om uw hals, en gij zult
 9 Dan   5:29 |      met purper, met een gouden keten om zijn hals, en zij riepen
10 Hand  22:20|         Israels ben ik met deze keten omvangen.
11 Efez   6:20|        ik een gezant ben in een keten, opdat ik in hetzelve vrijmoediglijk
12 2Tim   1:16|  verkwikt, en heeft zich mijner keten niet geschaamd. ~
13 Open  20:1 |      des afgronds, en een grote keten in zijn hand; ~