Book Chapter: Verse

 1 Gen  27:21 |         vervuld, dat ik tot haar inga. ~
 2 Num   5:22 |       medebrengt, in uw ingewand inga, om den buik te doen zwellen,
 3 Num   5:24 |          in haar tot bitterheden inga. ~
 4 Num  27:17 |          die voor hun aangezicht inga, en die hen uitleide, en
 5 2Kro   1:10| aangezicht van dit volk uitga en inga; want wie zou dit Uw groot
 6 Est   1:19 |       overtrede: dat Vasthi niet inga voor het aangezicht van
 7 Psa  24:7  |          opdat de Koning der ere inga! ~
 8 Psa  24:9  |          opdat de Koning der ere inga! ~
 9 Psa  43:4  |                       4En dat ik inga tot Gods altaar, tot den
10 Psa 132:3  |          in de tent mijns huizes inga, zo ik op de koets van mijn
11 Matt  19:24|         naald, dan dat een rijke inga in het Koninkrijk Gods. ~
12 Mark  10:25|     rijke in het Koninkrijk Gods inga. ~
13 Luk  18:25 |     rijke in het Koninkrijk Gods inga. ~