Book Chapter: Verse

 1 Num  31:14 |     tegen de bevelhebbers des heirs, de hoofdlieden der duizenden,
 2 Num  31:48 |     die over de duizenden des heirs waren, de hoofdlieden der
 3 2Sa  24:4  |      en tegen de oversten des heirs. Alzo toog Joab uit, met
 4 2Sa  24:4  |      uit, met de oversten des heirs, van des konings aangezicht,
 5 1Kon   1:25|   konings, en de oversten des heirs, en Abjathar, den priester;
 6 2Kon  27:19|    den oversten schrijver des heirs, die het volk des lands
 7 1Kro  12:14| kinderen van Gad, hoofden des heirs; een van de kleinsten was
 8 1Kro  26:1 |    mitsgaders de oversten des heirs, scheidde af tot den dienst,
 9 1Kro  27:26| honderden, en de oversten des heirs;
10 1Kro  28:5 |        5 De derde overste des heirs in de derde maand was Benaja,
11 Neh   2:9  |       koning had oversten des heirs en ruiteren met mij gezonden. ~
12 Jer  52:25 |    den oversten schrijver des heirs, die het volk des lands
13 Dan   8:11 |       tot aan den Vorst diens heirs, en van Denzelven werd weggenomen